Waarom niet rekenen zoals nu?

Nu wordt het vliegtuiglawaai berekend tot op honderdsten van decibellen. Ook de grenswaarden in de luchvaartwet zijn aangegeven tot op honderdsten. Iedere akoesticus weet dat dit een schijnnauwkeurigheid is. De beste geluidmeters, de zgn klasse 1 meters , meten niet nauwkeuriger dan op 1 decibel nauwkeurig. Het geluid van bedrijven, auto’s, treinen en apparaten worden met een nauwkeurigheid van 1 decibel gemeten. De rekenmodellen die afgeleid zijn van meetresultaten kunnen dan natuurlijk ook niet nauwkeuriger zijn dan 1 decibel.

Er is meer kritiek te leveren op de Nederlandse aanpak met het rekenmodel voor Vliegtuiglawaai. Daarentegen heeft zo’n rekenmodel ook goede kanten. Hierover kunt u verderop lezen.

Rekenmodellen zijn niet stabiel in de tijd gezien. Voortdurend zijn er kleine wijzigingen in de rekenmethode. Zo is dat ook met het Nederlandse rekenmodel. Sinds 1990 zijn er al vele wijzigingen in het rekenvoorschrift luchtvaartlawaai door de minister van verkeer en waterstaat doorgevoerd. In 2006 zijn we daarom niet meer in staat de referentietoestand volgens het regeringsbeleid, de toestand van 1990, na te rekenen. Nu wordt in europees verband gewerkt aan een Europees rekenmodel. Dit betekent weer een breuk in de rekencontinuïteit. Bij elke verandering moet een conversie plaatsvinden. Het leidende principe hierbij is dat Schiphol niet meer of minder ruimte krijgt dan voorheen. Dat betekent schipperen met de decibellen.